BID VOOR MIJ – 6 september 2021
AUTOPSIE VAN EEN AQUARELSCHETS
17 oktober 2021
Het is van maandag 6 september 2021 geleden
dat ik Elke tekende. Op het tekenblad leest u “Heilige Elke, bid voor mij.”
Wellicht ben ik de enige die haar zoiets
vraagt, en dan nog onrechtstreeks.
Ik zit verveeld met een mislukte aquarelschets. Maar zonder die tegenslag zou ik niet reageren. Nu kom ik mezelf tegen.
Mijn gevorderde leeftijd (°1936) brengt mij
dichter bij overwegingen van heiligheid.
Naast heiligheid blijft geilheid niet achterwege. Zij maakt deel
van mij uit.
Misschien beschouwt u mijn uitleg en woordkeuze eerder als onaanvaardbaar. Of gewoon dom, en geeft u mij een weerwoord.
Dat zou het spannend maken.
“Heilige Elke, bid voor ons.”
Met die aanroeping sluit ik mij aan bij
een Litanie van alle Heiligen. Met “ons” zijn wij op weg naar alle heiligen die
ik aanroep, samen met u.
De betekenis van ELKE: vrouw van adellijke afkomst of edelvrouw. Er zijn talloze vrouwen die Adelheid heten of een naam dragen die daarvan is afgeleid. ELKE: verkorte Duitse variant van ADELHEID. (Heiligen.net/voornamen)
De aquarelschets laat zien hoe ik Elke’s figuur verlebberde.
Het stoort mij, zowel de tekening als de
tekst brengen mij in de war.
Toen de aquarelverf opgedroogd was,
schreef ik de woorden “Bid voor mij” op het tekenblad. Alsof Elke ze zou lezen.
Met “Life is but a dream, a dream
within a dream” (Shakespeare/Poe), ben ik in goed gezelschap.
Ik zoek een antwoord: “Waar
sta ik vandaag?” en “Kunnen gebeden bijdragen tot mijn zielenheil?”
Allicht kan een lezer(es) mijn verwarring begrijpen.
Inzicht en begrip mogen mij verder helpen.
Ik leef in een treurige werkelijkheid, waar ik niet uit raak. Wanneer zie ik het licht?
Eerst zou Nele poseren. Op de aquarelschets vermeldde ik “Heilige Nele, bid voor mij.”
Door een of andere omstandigheid werd niet
Nele, maar Elke het model. Dat ik Elke tekende vernam ik pas later.
Op dat moment trok ik een streep door Nele’s naam en verving haar naam door
die van Elke.
Het komt erop neer dat ik twee heiligen
aanspreek om voor mij te bidden.
Voor de aquarelschets gebruikte ik Contékrijt
en aquarel. Het Steinbachpapier laat het weggommen van Nele’s naam niet toe.
Dat zou een lelijke vlek achterlaten. Het is zo al erg genoeg.
Dat ik van Nele en Elke heilige vrouwen maakte,
zegt allicht meer over mij dan over beide vrouwen.
Dat “heilige” heeft zich zonder meer
aangediend. Het waarom ontgaat mij, ik stond er niet bij stil.
Ik kan aannemen dat ik nood heb aan een
vrouw die een geur van heiligheid uitstraalt – en ook aan geilheid nood heeft.
Weet ik veel dat ik aan het dwalen ben. Wat
heeft Elke met heiligheid te maken? Heiligheid,
geilheid: wie beleeft ze?
Geilheid:
lust, begeerte, wellust, genietingen…
“There are more things in heaven and earth, Horatio, than are dreamt of in your philosophy."
(Shakespeare:
Hamlet, Act 1, Scene 5)
Ik leef onrustig. Alsof ik Elke ooit zou bekennen (een Bijbelse term) en mij dat rust zou geven. Ik voel mij niet in staat om die gedachte te ontwikkelen. Het tekenen vergt aandacht, een inspanning die moeilijk te rijmen valt met een onbeduidend gesprek.
Elke hoort mij niet. Mijn aquarelschetsen heeft zij nooit gezien.
Wij hebben die middag niet met elkaar gepraat.
Ook op het einde van de tekensessie bleef elk contact achterwege. Geen
oogcontact, geen aanspreking.
Tekenen kan eenzaam zijn.
Hoe dan ook, ik maakte een stuntelige
aquarelschets. Ik heb het moeilijk om mezelf een negatieve evaluatie toe te
kennen.
Het is godgeklaagd dat deze aquarelschets elke vorm mist: lichaam, handen, hals, armen, rug, voeten . . .
Ik zie ook wel dat de verhoudingen van het model niet kloppen.
Het is erg dat ik niet onmiddellijk een oplossing
bij de hand had. Wat weerhield mij om het op een Steinbachblad een tweede keer te
proberen? Kon ik Elke opnieuw tekenen? De tijd voor dezelfde pose ontbrak.
Een uitweg voor mijn onbehagen...? Ik was
gewoon onbeholpen. Met mijn geestelijke toestand valt het nog mee.
Elke wilde ik een gezicht geven. Ik hoef mezelf niets wijs te maken. Van in het
begin had ik haar op het tekenblad meer vorm moeten geven.
Weinig of niet leeft zij in mijn tekening.
Of toch? Elke beroert mij.
Het is zoeken en aanvoelen: de charme van
Elke tot in de toppen van mijn vingers voelen.
Gelukkig tekende ik haar een hele middag.
Intussen ging anderhalve maand voorbij. Ik
herinner mij nog hoe ik, in stille razernij, Elke’s voeten tekende. Mijn hand
scheerde met het krijtje over het papier, eerder in trance dan bedachtzaam.
Een gevoel van weemoed overviel mij.
Ik wist niet waar ik aan toe was.
“Rage, rage against the dying of the light.”
(Dylan Thomas)
Ten
aanzien van mijn onvoldragen schets maakte zich een vreemde voorkeur van mij
meester.
In en rond mij heerst chaos, je hebt er geen idee van hoe erg het is.
Zou een lieve vrouw mij daaruit helpen? Daar ligt de uitweg voor mijn gevoelens van onbehagen en onmacht.
Die
onbekende vrouw: kom ik met haar tot een gebed?
“Aan de rechterkant van het tekenblad zou een
driehoek, als symbool, in het Pak van Sjaalman (Max Havelaar) niet misstaan.
“Over de driehoek als teken van de
Drievuldigheid”
Het artikel moet nog geschreven worden.
De filosoof Xenokrates (339-314 v.Chr.)
beschouwde de gelijkbenige driehoek als demonisch.
Een momentopname met Elke
Stel dat Elke van klei was, dat ik haar
mocht kneden en zo rust en voldoening vinden.
Hier eindigt mijn fantasie. Elke mag erin verder
gaan. Twee worden één. Andere gedachten houd ik, voorlopig althans, voor
mezelf. Wat gebeurt er als jij en ik tegenover elkaar zitten en ik zomaar naar
je blijf staren, terwijl jij naar mij kijkt.
De jongste dagen was ik Een mooie jonge vrouw van Tommy Wieringa (Boekenweekgeschenk 2014) aan het lezen.
Bij de auteur trof mij zijn verwijzing naar de Bhagavad Gita, het heilig boek van het hindoeïsme.
"De Bhagavad Gita definieert de mens als
een wond met negen openingen. Het grote pijnonderzoek definieert de hele wereld
als een gapende wond; haar openingen zijn ontelbaar.”
(Een mooie jonge vrouw – blz. 65 – Tommy
Wieringa, 2014)
Waarom vroeg ik Elke om voor mij te
bidden?
Het zou bijna een wonder zijn mocht zij
mijn vraag lezen. Alsof mijn redding nabij komt.
Misschien leest Cynthia mij. Dat is mijn wens
van de laatste dagen. Ik ontmoette haar honderd dagen geleden.
Het zou kunnen dat wij een dezer dagen
tegen elkaar opbotsen. Dat kan pijn doen. Dat laatste hoeft niet, ik moet mij
organiseren.
Zou Cynthia mijn steun en toeverlaat
worden?
Met beider handen in elkaar gevouwen
kunnen wij samen bidden.
Als bidden spreken met/tot God is . . .
Jos Costermans
P.S.
In de sfeer van het Schoenmakerskapelleke op de Schoenmarkt 8 in Antwerpen kan ik opnieuw leren bidden.
Geloof
ik daar zelf in? Ooit kende ik Sylvia, zij kwam wekelijks in die kapel bidden. Officieel
heet de kapel “Onze-Lieve-Vrouw-Geboorte” of “Onze-Lieve-Vrouw-van-Toevlucht”.
Ik zou de eenzaamheid van mij willen afwerpen.
De Onze-Lieve-Vrouwekathedraal is vlakbij. “De HEERE is mijn Herder, mij zal niets ontbreken … “(Statenvertaling - Psalm 23)
________________________________________________________

Reacties
Een reactie posten