Doorgaan naar hoofdcontent

HET TOEVAL VALT MIJ TOE


‘Le cœur brûlant de vœux.’  

 

31 januari 2022                                                                                                                                                                                                        

Maandagmiddag was het modeltekenen. Het is telkens een opgave, die veel aandacht en inspanning vraagt.

Voor het eerst mag ik je aankijken. Ik ben verwonderd als ik zie dat je anders bent.

Met verve volg ik de poses die je aanneemt. De houdingen gaan crescendo van vijf naar vijftien minuten. Na drie uur, met een korte pauze, is het afgelopen.

Ik voel de geestdrift, de vervoering die ik onderging  – en ook de vermoeidheid.

 

De stilte volgt: ik zal weer alleen zijn. Bedroefd neem ik afscheid van jou. In gedachten blijf je bij me. Dat is ook nu zo, maandagavond laat, 7 februari 2022, ik ben nog altijd aan deze tekst aan het sleutelen.

Tenslotte ben ik alleen aan het woord en zoek ik mijn woorden om een non-verbale communicatie met jou aan de gang te houden.

De dagen die volgen beleef ik  subtiel. Als gevolg van je afwezigheid voel ik mij een beetje verloren.

Ik vergeet je niet zomaar. Ik heb kort met je mogen praten en gaf je mijn  mailadres.

Voor mij was je er, kort en krachtig. Dankzij je houdingen heb ik je leren kennen. Ik word vertrouwd met je lichaam.

Meestal schilderde ik je in aquarel.

 

Als je op het podium staat begin ik eerst je aangezicht te schetsen, met je mooie dromerige ogen. Ik ben getroffen door je melancholische blik. Ik ontdek je gestifte lippen, mijn aandacht is voortdurend bij jou.

 

Je blonde  haar heeft de juiste lengte, hier en daar golft het en het laat je hals vrij. Dat merk ik nu op: de idee dat ik je graag in je hals zou kussen is een late gedachte.

Eens, lang geleden, was ik eraan toe bij een  knuffel  die  niet  aanvaard  werd.

Ik verlies mezelf door voortdurend alleen te zijn. Alle parafernalia  rondom mij stapelen zich meer en meer op en een nooit geziene wanorde maakt mij het leven als het ware onmogelijk.

Het is dan ook een chaos, in en rond mij. Alleen lukt het mij niet meer om orde te scheppen. Het is altijd al erg geweest, maar nu overstijgt het mij. Wie zou mij kunnen helpen?

 

Als je recht staat en met je rechterarm je brede schouders aanraakt en licht je benen spreidt zie ik je, als was het de eerste keer – en dat is het ook – met een blik die onderzoekend, attent, hoopvol is.

Het maakt een beetje waar dat jij en ik elkaar ontmoeten. Of dat wij samen in de wereld hadden kunnen staan.

Dat zou een dierbare wens zijn. Door het grote leeftijdsverschil is het daar te laat voor. Bij jou liggen nog vele mogelijkheden open.

 

Wat een weelde. Ik blijf naar je kijken. Ik ben aangedaan door je mooie vormen. Als ik je vagina teken voel ik mij betrokken, vertederd en ontroerd.

Bij een van de schetsen kijk je indringend naar mij, op een moment dat ik je intensief aan het schouwen ben. Het is hallucinant.

 

Tijdens de volgende uren en dagen raak ik bewogen door een innerlijk gevoel van aanhankelijkheid. Ik begrijp de onrust die mij overkomt, je lichaam schetsen is niet vrijblijvend. Ik tracht mijn gevoelens voor jou op schrift te zetten en ze te bewaren, voor nu en later.

 

Ik hoop je nog weer te zien. Tijdens de dag en ’s nachts ervaar ik je. Mettertijd zou ik je metgezel kunnen worden, in het vooruitzicht van een eeuwig leven. Dat is een duistere, eerder onwezenlijke gedachte. “Mehr Licht,” zou Goethe op het laatst gezegd hebben.

 

Weet je nog. Het zou kunnen dat je terugkomt en wij elkaar aanraken. Geen excuses. Corona voorbij. Hoe angstig voel ik mij?

Ik vertrouw mijn gedachten aan je toe.

Stel je voor. De schetsen die ik van je maakte verzamel ik in een map.  Het is de bedoeling een collage van een van de aquarelschetsen te maken, met een priknaald de aquarel uit elkaar te halen en ze daarna op die map te plakken.

Wat volgt zijn woorden, zinnen, bekentenissen.

 

Mijn priknaald is momenteel zoek. Die collage zal eerder voor een volgende beurt zijn.

Ik hoop echt je alsnog te kunnen tekenen, je  te  ontmoeten en aan te raken.

‘Honi soit qui mal y pense.’

 

Groetjes van Jos

 

jos.costermans@outlook.com

 

 

 

 

 

 

Reacties

Populaire posts van deze blog

BID VOOR MIJ -- 6 september 2021

  BID VOOR MIJ  –  6 september 2021                                                                AUTOPSIE VAN EEN AQUARELSCHETS   17 oktober 2021   Het is van maandag 6 september 2021 geleden dat ik Elke tekende. Op het tekenblad leest u “Heilige Elke, bid voor mij.” Wellicht ben ik de enige die haar zoiets vraagt, en dan nog onrechtstreeks. Ik zit verveeld met een mislukte aquarelschets.  Maar zonder die tegenslag zou ik niet reageren. Nu kom ik mezelf tegen. Mijn gevorderde leeftijd (°1936) brengt mij dichter bij overwegingen van heiligheid. Naast heiligheid blijft geilheid  niet achterwege. Zij maakt deel van mij uit. Mis...

BRIEF AAN WILLEM ELSSCHOT