Doorgaan naar hoofdcontent

ALS HET KUKJE MUKJE WORDT - 18.02.2021

Zondagochtend, 28 februari 2021 – 7.12 uur

 

“Als het kukje mukje wordt,”  ontstond in bed. Ik ben in de avond van mijn leven. Nog op 84-jarige leeftijd raak ik ondergesneeuwd in een brabbeltaaltje. Daar niet vandaan, mijn gevoelswoorden mogen niet verloren gaan. Zij horen bij me.

Van waar kwam dat brabbelen? Het lijkt erop dat ik stilstond bij een zin zonder betekenis, een nietszeggende zin.  Is dat wel zo?

Of ik die zin gedroomd heb? Ik zou het niet weten. Om het gebrabbel vast te houden stapte ik stante pede uit bed.  

    

                                                              x 


Mijn geheugen hapert soms. Ik kan niet toelaten dat mijn gedachten verloren gaan.

Symbolisch greep ik naar pen en inkt om de zin op te schrijven en hem te bewaren.

Voor deze tekst verkies ik het Georgia-lettertype. De presentatie geeft een duidelijk leesbare bladspiegel.

 

                                                                x  

                                                                                                                         

“Als het kukje mukje wordt.”

Het overstijgt mij, ik word er treurig van. Ik ben mij bewust van de leegte die mij omringt.

Dat zinnetje doet mij aan babytaal denken. Ooit was ik die baby. Vaag mag ik hopen dat ik gekoesterd werd.

Ik ben in mezelf aan het graven. Buiten schijnt de zon, maar ik heb het koud en trek een jas aan.

 

Na dat zinnetje in babytaal was de volgende gedachte dat kukje wel kutje kon zijn. Die uitleg kan ik volgen.

Ik leef alleen en mijn schrale gedachten zijn daarvan het gevolg.

Wanneer krijg ik meer (van die) en andere ideeën?

Ik denk aan “het mulle zand” dat mij bij mullig brengt.

Nu mag ik de zin hernemen. 


Ik zoek niet verder, maar bedenk dat ik nood heb aan aanrakingen.


                                                            x


“Als het kutje mullig wordt.


Met die wending kan ik mij verenigen. Misschien denkt iemand aan “oud zot”. Dat is dan maar zo.

                                                        

                                                               x


Het warm water heb ik niet uitgevonden, maar ik kwam op een ander idee. Op een dag ben ik in de mogelijkheid om aan een kleuterleidster een zinnetje in babytaal te vragen. Het kan nog lang duren, maar de tijd staat niet stil en mijn idee schiet misschien wortel in iemand die mij leest. Ik zie ons zitten in d’Exter, aan het Eksterlaar in Deurne, onder een eeuwenoude boom.

Jos Costermans

jos.costermans@outlook.com

________________________________________________

Reacties

Populaire posts van deze blog

BID VOOR MIJ -- 6 september 2021

  BID VOOR MIJ  –  6 september 2021                                                                AUTOPSIE VAN EEN AQUARELSCHETS   17 oktober 2021   Het is van maandag 6 september 2021 geleden dat ik Elke tekende. Op het tekenblad leest u “Heilige Elke, bid voor mij.” Wellicht ben ik de enige die haar zoiets vraagt, en dan nog onrechtstreeks. Ik zit verveeld met een mislukte aquarelschets.  Maar zonder die tegenslag zou ik niet reageren. Nu kom ik mezelf tegen. Mijn gevorderde leeftijd (°1936) brengt mij dichter bij overwegingen van heiligheid. Naast heiligheid blijft geilheid  niet achterwege. Zij maakt deel van mij uit. Mis...

HET TOEVAL VALT MIJ TOE

‘Le cœur brûlant de vœux.’     31 januari 2022                                                                                                                                                              ...

BRIEF AAN WILLEM ELSSCHOT