HOE ZOU HET MET ALIDA GAAN?
13 januari 2022
Voor het eerst verlies ik mijn nuchterheid bij een aquarel waarvoor Alida model staat. Alida geeft mij een heerlijk gevoel.
Haar nom de plume, waarvan "a" de laatste letter is, spreekt mij aan.
Ik stel mij voor dat Alida erop staat haar echte naam niet zomaar prijs te geven. Gelijk heeft ze.
Daarom kies ik drie meisjesnamen: Alida Marie Ida. Daarbij dacht ik aan mijn moeder en aan mijn vrouw, beiden zijn op weg naar de eeuwigheid. Eerlang zal ik hen vervoegen.
Bestaat er zo iets als een akte van verlatenheid? Mijn onrust leidt tot onrustigheid (alsof dat laatste woord werkelijk bestaat, er echt toe doet), en ik uiteindelijk bij "verschrikking" uitkom.
Ooit zei mijn diepgelovige vader dat alle daden in het leven hun betekenis hebben. Zijn leven stond in het teken van God. Dat kwam neer op een leven zonder veel vrijheid.
Zo verbrandde vader op een keer enkele Franse boeken over filosofie: Rousseau, Voltaire . . . Ik had ze gekregen van een overbuur, Mathilde. Een vrouw met pit, zoals mijn dochter Machteld.
Boeken die op de kerkelijke index van verboden boeken stonden moesten vernietigd worden.
Stel je voor, omstreeks 1950 maakte mijn vader thuis, op de koer, een vuurtje om enkele "slechte boeken" van zijn oudste zoon te vernietigen.
Ook in de tijd van toen: speelkameraadjes en een vriendinnetje bleven weg. Eerlijk gezegd, ze bestonden eenvoudig niet. Tien broers waren voldoende om mee te spelen. Dat was vaders' wijsheid.
Kameraadschap heb ik nooit gekend, laat staan dat die mij later zou toevallen.
Elke maand gingen wij te biechten. Hoeveel keren had ik gemasturbeerd? Dat was het gevolg van slechte gedachten die mij overvielen. Het sacrament van de biecht bracht een tijdelijk gevoel van rust en vrede mee.
Met welke vrouw kan ik daarover nu nog praten? Bij wijze van aandacht leg ik twee vingers op mijn lippen. Er gebeurt niets. Vrijblijvend is het een handeling waarbij je kan mijmeren. En het staat goed: je hoeft je niet van den domme te houden.
Pasen 1953 haalde ik niet meer op school. Ik moest thuis helpen, in de winkel achter de toog staan en kaas verkopen. En ook voedingswaren, verpakt of in blik. Of ik op de leeftijd van zestien jaar Kaas van Willem Elsschot las, wie zou het mij vandaag nog kunnen vertellen?
Het secundair onderwijs mocht ik niet afmaken. Ik verliet voortijdig Sint-Eligiusinstituut in Antwerpen. Tijdens het tweede trimester van het 10e leerjaar stopte ik mijn studies.
Terug naar Alida.
Omwille van de privacy kan ik u de aquarel niet tonen. Alida poseerde in gesloten kring. Ik was rusteloos, schetste en schilderde haar frenetiek, tomeloos en gedreven. Voor mezelf had ik het nodig om haar van kop tot teen te volgen.
Een oude man die een jonge vrouw voor zich ziet en de kracht van de liefde aanvoelt, zij het vanop een tekenblad.
Telkens weer wil ik haar met vuur tekenen. Ik dagdroom dat Alida en ik samen zouden genieten. Het blijft bij gedachten, waarop geen rem staat.
Ik weet niet hoe Alida over mij zou oordelen. Het heeft geen zin dat ik 's nachts over haar mag dromen. De realiteit achterhaalt mij wel.
Het werd een korte pose. Na vijf minuten verandert Alida van houding. In een paar seconden breng ik nog enige kleur aan. Alida alleen met zwart Contékrijt voorstellen voldoet mij niet.
Op het tekenblad herleid ik haar tot de grootte van een “half doll”, vermenigvuldigd met twee. Tenminste, zo verbeeld ik het mij.
Tientallen jaren is het geleden dat ik schuchter met “half dolls” kennis maakte.
Mijn eerste popjes kocht ik in een winkeltje in Brussel, vlak bij de Kunstberg, ongeveer tegenover de Magdalenakapel. Twee oudere dames bracht ik tijdens de middagpauze een bezoek.
Eerst stond ik minutenlang voor de etalage naar die wondere wereld van kant, poppen, poppenkleedjes, blikken speelgoed en nog zoveel meer te kijken.
De sierlijkheid van de porseleinen beeldjes verwarmde mijn hart. Ik was een eenzame man.
Het is mij gelukt om Alida in mijn aquarellen tot leven te brengen. De schoonheid van haar lichaam bekoort mij. Ik bewonder haar slanke benen; enkele rode vlekken imponeren.
Aquarelvlekken creëren soms vreemde vormen. Haar poesje brengt enige verwarring teweeg. Eén handgebaar . . . haar vingers bewegen. Ook mijn vingers worden geprikkeld; mijn linkerhand staat met penseel en krijtje in de aanslag.
Passie is mijn deel.
Gestaag volgen mijn ogen Alida’s lichaam en haar liefdeslippen.
Thuisgekomen haal ik het tekenblad weer
tevoorschijn. Met beide handen hou ik het vast. Ik kijk van heel nabij naar de
papieren vrouw.
Hoe nerveus ben ik bezig geweest? Bij deze zinnelijke tekening bleef ik haar figuur gedreven volgen.
Altijd weer wil ik je aanschouwen. Ik blijf verstoken van aanrakingen. Met mijn huidhonger weet ik geen blijf. Ik volhard in het tekenen. Of ik ergens met mijn liefdeshonger terechtkon?
Nog andere houdingen wekten mijn verlangen naar Alida op. De avond valt, eenzame nachten volgen. Soms houdt hartstocht mij wakker.
Alida leeft in mij.
Jos Costermans
Reacties
Een reactie posten